

In de commerciële boomgaarden wordt voor de laagstambomen een plantafstand van circa 2 meter aangehouden. Vaak worden de laagstambomen geleid waardoor een strak geheel ontstaat. Alles is gericht op een hoge opbrengst en een efficiënte manier van oogsten en beheren.
Voor hoogstambomen wordt een plantafstand aangehouden van circa 12 meter. De bomen groeien uit tot volwassen bomen. Door de grote plantafstand staan ze niet in de schaduw van de andere bomen uit de gaard. De bomen worden gesnoeid om licht in de kroon te houden. Hierdoor krijgen de vruchten de kans om zich goed te ontwikkelen.
Het traditionele beeld van een boomgaard is deze van bomen, stelselmatig in rijen geplant. Soms zie je ook boomgaarden waarbij de bomen in een losse zetting zijn geplaatst. Vaak is dit ontstaan na verlopen van decennia wanneer bomen verdwijnen en nieuwe bomen in opengevallen gaten worden bij geplant.

Keuze van fruitbomen
Bij de fruitkeuze voor de boomgaard kiest men meestal de bekende hoofdsoorten zoals appels, peren, pruimen en kersen. Binnen deze soorten zijn er verschillende variëteiten die vruchten leveren in diverse smaken en gebruiksmogelijkheden. Bij het kiezen van vruchtbomen is het handig te letten op de verschillende eigenschappen van de bomen. Enkele voorbeelden van zaken waar op gelet kan worden zijn:
Bij de fruitkeuze voor de boomgaard kiest men meestal de bekende hoofdsoorten zoals appels, peren, pruimen en kersen. Binnen deze soorten zijn er verschillende variëteiten die vruchten leveren in diverse smaken en gebruiksmogelijkheden. Bij het kiezen van vruchtbomen is het handig te letten op de verschillende eigenschappen van de bomen. Enkele voorbeelden van zaken waar op gelet kan worden zijn:
- Smaak van de vruchten. Wanneer u een voorkeur heeft voor een lekkere vrucht kunt u deze soort kiezen. Als u de ruimte heeft, kunt u er het beste voor zorgen dat er voor iedereen wat bij zit.
- Pluktijd. Houd rekening met de pluktijd van de verschillende soorten. Wanneer deze op elkaar aansluiten heeft men over een langere periode fruit. Dit is beter dan wanneer alle vruchten tegelijk rijp zijn.
- Bestuiving. Sommige rassen zijn zelfbestuivend terwijl andere rassen een bepaalde variëteit in de omgeving nodig hebben om bevrucht te worden. Houd hier rekening mee met de keuze van soorten.
- Gebruik. Kies fruitbomen voor verschillend gebruik, zoals stoof- en handperen, moes- en handappels, gewone- en bakpruimen. De variatie zorgt voor de meerwaarde.
- Groeiomstandigheden. Appels doen het goed op vruchtbare gronden terwijl kersen goed gedijen op zandgronden. Perziken hebben behoefte aan enige beschutting. Houd rekening met de groeiomstandigheden van de verschillende soorten.

Het is gebruikelijk de boomgaard in een grasland aan te planten. Het is mooi wanneer dit grasland als hooiland gebruikt wordt omdat het zich dan ook als kruidenrijk gebied kan ontwikkelen. Zo’n weiland kan twee maal per jaar gemaaid en gehooid worden. De tweede maaibeurt zal tegenvallen omdat met het oogsten het gras betreden moet worden. De grootste meerwaarde zit hem in de kruidenrijkdom van het hooiland.
Vaak wordt een boomgaard beweid. Schapen, geiten, koeien en pony’s zijn geschikt om de boomgaard te begrazen. In de periode dat het fruit rijp is en van de bomen kan vallen zal het vee ergens anders moeten grazen. Zij kunnen zich ziek eten aan het fruit.
Zowel wanneer men de boomgaard maait als wanneer men deze laat begrazen zullen de bomen beschermd moeten worden tegen beschadigingen of vraat.
www.plancompagnons.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten