woensdag 5 maart 2014

De boomgaard als onderdeel van een boerenerf


Wanneer men over een boerderijtuin of boerenerf fantaseert, rijzen de beelden op van een boerenbedrijf met erf, moestuin, siertuin en een boomgaard. Zowel het erf als de schuren doen dienst als werkruimte voor de boer. De moestuin en de boomgaard werden aangelegd vanwege de opbrengst van groenten en fruit. Oude boomgaarden bestonden uit hoogstamfruitbomen omdat men nog niet bekend was met het telen van halfstam of  laagstam bomen. Half- en laagstam bomen kunnen vanaf de grond geplukt worden terwijl voor hoogstambomen de ladder gebruikt moet worden. Door dit gebruiksongemak en de lagere opbrengst zijn veel hoogstam boomgaarden verdwenen. Gelukkig is er de laatste jaren weer aandacht voor hoogstam fruitbomen waardoor de sfeer die deze boomgaarden uitstralen bewaard blijft.

Plantwijze in de boomgaard
In de commerciële boomgaarden wordt voor de laagstambomen een plantafstand van circa 2 meter aangehouden. Vaak worden de laagstambomen geleid waardoor een strak geheel ontstaat. Alles is gericht op een hoge opbrengst en een efficiënte manier van oogsten en beheren.
Voor hoogstambomen  wordt een plantafstand aangehouden van circa 12 meter. De bomen groeien uit tot volwassen bomen. Door de grote plantafstand staan ze niet in de schaduw van de andere bomen uit de gaard. De bomen worden gesnoeid om licht in de kroon te houden. Hierdoor krijgen de vruchten de kans om zich goed te ontwikkelen.
Het traditionele beeld van een boomgaard is deze van bomen, stelselmatig in rijen geplant. Soms zie je ook boomgaarden waarbij de bomen in een losse zetting zijn geplaatst. Vaak is dit ontstaan na verlopen van decennia wanneer bomen verdwijnen en nieuwe bomen in opengevallen gaten worden bij geplant.

Keuze van fruitbomen
Bij de fruitkeuze voor de boomgaard kiest men meestal de bekende hoofdsoorten zoals appels, peren, pruimen en kersen. Binnen deze soorten zijn er verschillende variëteiten die vruchten leveren in diverse smaken en gebruiksmogelijkheden. Bij het kiezen van vruchtbomen is het handig te letten op de verschillende eigenschappen van de bomen. Enkele voorbeelden van zaken waar op gelet kan worden zijn:
  • Smaak van de vruchten. Wanneer u een voorkeur heeft voor een lekkere vrucht kunt u deze soort kiezen. Als u de ruimte heeft, kunt u er het beste voor zorgen dat er voor iedereen wat bij zit.
  • Pluktijd. Houd rekening met de pluktijd van de verschillende soorten. Wanneer deze op elkaar aansluiten heeft men over een langere periode fruit. Dit is beter dan wanneer alle vruchten tegelijk rijp zijn.
  • Bestuiving. Sommige rassen zijn zelfbestuivend terwijl andere rassen een bepaalde variëteit in de omgeving nodig hebben om bevrucht te worden. Houd hier rekening mee met de keuze van soorten.
  • Gebruik. Kies fruitbomen voor verschillend gebruik, zoals stoof- en handperen, moes- en handappels, gewone- en bakpruimen. De variatie zorgt voor de meerwaarde.
  • Groeiomstandigheden. Appels doen het goed op vruchtbare gronden terwijl kersen goed gedijen op zandgronden. Perziken hebben behoefte aan enige beschutting. Houd rekening met de groeiomstandigheden van de verschillende soorten.
Boomgaard als grasland
Het is gebruikelijk de boomgaard in een grasland aan te planten. Het is mooi wanneer dit grasland als hooiland gebruikt wordt omdat het zich dan ook als kruidenrijk gebied kan ontwikkelen. Zo’n weiland kan twee maal per jaar gemaaid en gehooid worden. De tweede maaibeurt zal tegenvallen omdat met het oogsten het gras betreden moet worden. De grootste meerwaarde zit hem in de kruidenrijkdom van het hooiland.
Vaak wordt een boomgaard beweid. Schapen, geiten, koeien en pony’s zijn geschikt om de boomgaard te begrazen. In de periode dat het fruit rijp is en van de bomen kan vallen zal het vee ergens anders moeten grazen. Zij kunnen zich ziek eten aan het fruit.
Zowel wanneer men de boomgaard maait als wanneer men deze laat begrazen zullen de bomen beschermd moeten worden tegen beschadigingen of vraat.


www.plancompagnons.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten