vrijdag 21 februari 2014

De ontwikkeling van het boerenerf

Een boerenerf is een landschapselement met ‘voor en achter’, ‘sier en nut’ en ‘wonen en werken’. In eerste instantie was er van een dergelijke scheiding in ruimte en vormgeving geen sprake. Wonen en werken vonden plaats in één ruimte en onder één dak. Er was wel een taakverdeling tussen de bewoners van de boerderij, maar deze scheiding in taakverdeling was niet altijd op het erf waar te nemen.
Toegenomen welvaart bracht een steeds grotere scheiding aan tussen de taakverdeling. Daarmee werd ook het onderscheid tussen wonen en werken meer zichtbaar. Het werkgedeelte was het domein van de man. Het domein van de vrouw bestond uit het voorgedeelte. Dit was de plek waar gewoond werd. In de tuin werd langzamerhand de sier belangrijker dan het nut. Het was een onderscheid tussen vies en schoon, tussen geld verdienen en geld uitgeven.

Scheiding verantwoordelijkheden
Van nature was bekend wie wààr de baas was en welke regels waar golden. De scheiding tussen de taakverdelingen van man en vrouw in ‘achter’ en ‘voor’ is niet verwonderlijk te noemen. ‘Achter’ werd het geld verdiend en ‘voor’ werd het, zij het met beleid, weer uitgegeven. En ook hier gold al de regel: Hoe meer er verdiend werd, des te meer werd er uitgegeven om deze welgesteldheid ook aan de buitenwereld te laten zien.

Siertuin
Vanaf halverwege de 19e eeuw werd het pronken belangrijker. Boeren begonnen een welvarender bestaan te leiden waardoor de sier aan de voorzijde van de boerderij het langzaam begon te winnen van het nut. De buitenwereld mocht aan het woonhuis en de voortuin de rijkdom van de familie aanschouwen.
Niet alleen de indeling van het erf veranderde, maar daarbij ook de bouwstijl van de woonhuizen. De vrijere architectuur liet zo ook iets zien van de rijkdom van het boerenbedrijf.

Van werkboerderij naar woonboerderij
Veel boerenerven hebben de laatste jaren door functieveranderingen in het landelijk gebied een
transformatie ondergaan, waarbij lang niet altijd rekening is gehouden met de historische achtergronden. Het is echter juist de aandacht voor de historie die een boerenerf een kwaliteitsimpuls kan geven. Vandaag de dag is de aandacht voor historische elementen groeiende. Particulieren hebben weer oog voor de lokale, kenmerkende aspecten van boerderijen en hun erven.



Grondregels voor de (her)inrichting van een erf
Voor de inrichting van het erf is een aantal basisprincipes te noemen. Een boerenerf sluit aan op het omliggende landschap (zowel in vorm als in materiaalgebruik). Het is een terrein dat gebruik maakt van de zichtlijnen naar de omgeving. Het sluit zich bij voorkeur niet af van het omringende landschap. Daar waar privacy of windbeschutting gewenst is kan dit met inheemse beplanting bereikt worden. Het principe van ‘voor’ en ‘achter’ is een belangrijk basisprincipe bij het inrichten van uw erf. De siertuin om mee te showen is in deze huidige tijd ook belangrijk, maar een harmonisch en cultuurhistorisch ontworpen erf is een pareltje voor de omgeving!


Bij het opstellen van dit artikel is gebruik gemaakt van “Het boerenerf als visitekaartje” door Jan-Olaf Tjabringa, juli 2007

www.plancompagnons.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten