Veel boerderijen op het Twentse platteland vertonen
achterstallig onderhoud. In een verontrustend aantal gevallen staan de niet
bewoonde onderdelen van de oude boerderij en de bijgebouwen leeg en onbenut.
Soms dreigt zelfs sloop. Dat klinkt allemaal nogal somber maar dat is toch niet
het hele verhaal: er is meer mogelijk dan men denkt…
Op vrijdag 16 mei 2014 praatten ruim 80 eigenaren, gemeenteambtenaren en
erfgoedspecialisten over de leegstandsproblematiek en over de kansen van
herbestemming van de voormalig agrarische gebouwen. Op uitnodiging van de
recent opgerichte boerderijenstichting Twentse Erven en van de Koninklijke
Nederlandse Heidemaatschappij (KNHM) afdeling Overijssel, waren de mensen
bijeen in ’t Hoogspel in Ambt Delden.
De inspiratie voor de levendige discussies over de bedreigingen van het
Twents agrarisch erfgoed en over de kansen om er nog wat van te redden, werd
geboden door de resultaten van het onderzoek dat is verricht in de omgeving van
Markelo (gemeente Hof van Twente). Dat onderzoek – een initiatief van Maarkels
Landschap en uitgevoerd door Bureau Fenicks – laat verontrustende cijfers zien.
Onderzoeker Jan-Hylke de Jong toonde aan dat de situatie zorgelijker is dan het
op het eerste gezicht lijkt. Zeker 26% van de boerderijen, ongeacht of er nog
geboerd wordt of niet, is bouwkundig matig tot slecht en dus niet bij de tijd.
Niet minder dan 7% kan als bouwvallig, zelfs als rijp voor afbraak worden
beschouwd. Voor schuren en andere bijgebouwen ligt dat percentage nog wat
hoger: op 14%.
Het onderzoek van Bureau Fenicks geeft tevens aan welke kansen er zijn voor
succesvolle herbestemming. Daarbij is aan de hand van een aantal meetbare
criteria onderzocht in welke richting die herbestemming zou moeten gaan: dubbele
bewoning, woning met kantoor, Bed&Breakfast, een camping en wellicht
zorgvoorzieningen. Allemaal toepassingen die op de betreffende plek in principe
economisch haalbaar zouden moeten zijn.
De door de naar ’t Hoogspel gekomen boerderijliefhebbers gevoerde
discussies, haakten in op de uitkomsten van het onderzoek. Wat opviel was dat
herbestemming als een bijna vanzelfsprekende oplossing wordt beschouwd. Maar
ook dat de boerderijeigenaar daarbij vooral kijkt naar de gemeente. Men wil
zelf wel aanpakken maar verwacht in ruil voor de beoogde verbetering, een
coulante en meedenkende houding van de kant van de overheid.
Twentse Erven wil in het proces van herbestemming een bemiddelende rol
spelen . De jonge stichting hoopt de deskundigheid van alle betrokken partijen
te kunnen mobiliseren. Aan enthousiasme om daar aan mee te werken ontbreekt het
niet. Dat gaven de boerderijliefhebbers die deelnamen aan dit symposium unaniem
aan. Dat gold ook voor de aanwezige en nieuwbenoemde wethouders en hun
ambtenaren.
Dit bericht is integraal overgenomen van www.erfgoedstem.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten