vrijdag 18 december 2015

De eik op het boerenerf

Eeuwen oude eik in Nonington, Kent


In dit artikel wil ik de eik beschrijven als onderdeel van het boerenerf en haar omgeving. Eik (Quercus) is een geslacht van loofbomen. Tot dit geslacht behoren zowel bladverliezende als altijd groenblijvende bomen. Wanneer in het Nederlands over de eik gesproken wordt, gaat het meestal over de Zomereik.

Verspreiding van de eik
Vanaf circa 400.000 jaar geleden groeiden in Nederland tijdens de interglacialen (= warmere perioden tussen ijstijden in) dichte eikenbossen. De zomereik was hierin een van de meest voorkomende boomsoorten. Zomereiken komen nog steeds in ons land voor. Ze kunnen groeien op uiteenlopende bodemsoorten, maar komen het best tot hun recht op voedselrijke, vochtige grond zonder veen. Ook de wintereik komt van nature voor in Nederland. Hij groeit van nature in het oosten van het land en met name op de drogere zandgronden. Met het komen en gaan van de verschillende koudere perioden in ons land verspreiden of verdwenen de eiken mee. Werd het kouder dan verdwenen zij hier en konden zij overleven in de warmere streken rondom de Middellandse Zee. Later heeft de mens in de verspreiding van deze soort ook een rol gespeeld.
Relatief jong eikenbos met rijke onderbegroeiing
Vanuit andere streken zijn onder andere de Amerikaanse eik (Q. rubra), Moeraseik (Q. palustris), Scharlaken eik (Q. coccinea), Hongaarse eik (Q. frainetto), Steeneik (Q. ilex) en Moseik (Q. cerris) ingevoerd. Zij zijn ingevoerd vanwege de houtproductie of vanwege hun sierwaarde. De Zomereik blijft qua ecologische potentie en vanwege de uitmuntende eigenschappen van het hout de belangrijkste van alle eiken in deze omgeving.

Mythologie en de Eik
De uitgestrekte eikenwouden van Europa bepaalden mee de levenswijze van prehistorische volkeren. Voor deze volkeren vormde de machtige eik een kanaal waarmee de kracht van de goden op de mensheid kon worden overgebracht. Dit werd tastbaar wanneer een eik na blikseminslag in brand vloog. Eiken symboliseren waardigheid, wijsheid en de verbinding tussen hemel en aarde.

De God van de Donder, verbonden aan de eik
De Heilige Eik nabij Den Hout

De Groene Man als archetype van de mannelijke energie van de aarde
De eik was voor veel volkeren een magische boom. De Griekse geschiedschrijver Tracitus schrijft dat de Germanen geen tempels kennen, alleen heilige wouden. Aan de voet van eiken spraken zij recht, brachten zij offers en begroeven zij hun doden.
Bij de Germanen was de eik aan de God Donar, zoon van oppergod Wodan, gewijd. Hij was de God van de donder, het onweer. Het is opvallend dat de bliksem vaker eiken treft dan andere bomen. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat eiken vaak op kruispunten van ondergrondse wateraders staan. Daarnaast bevat de eik vrij veel zetmeel (goede geleider), wortelt diep en heeft een ruwe bast. 
Het Heilige Vuur dat in eikenwouden brandde, mocht niet uitgaan. Vooral tijdens het Germaanse joelfeest (25 december tot 6 januari) speelde het een belangrijke rol. Dit feest was gewijd aan de zonnegod Frey, die het licht terugbracht.

De eik was de Heilige Boom van de Kelten. Iedere eikel was bezield door een fee en daardoor een geluksbrenger. Eens per jaar beklommen de Druïden, gekleed in witte gewaden, hun eiken, om met hun gouden sikkels de maretakken er uit te snijden. Takken die naar beneden vielen, werden in witte doeken opgevangen en onder het volk verdeeld. Een overblijfsel van dit oude gebruik is de mistletoe die rond kerstmis de huiskamers versieren. Maretak is het symbool voor eeuwig leven, de bes voor de zon. Bij de Kelten was de eik ook gewijd aan de dondergod, Taranis genaamd.

Voor de Grieken hoorde de eik bij Zeus, voor de Romeinen bij Jupiter. Ook bij de Hebreeën speelde de eik een belangrijke rol. In het eikenbosje in Sichem en bij Hebron hoorde Abraham de stem van Jahweh. Soul, zijn zonen en Deborah werden onder een eik begraven.

De theorie dat de eik voor onze voorouders een speciale boom was, verbonden met het bovennatuurlijke, werd in 1998 in Engeland bevestigd. Aan de noordelijke kust van Norfolk ontdekte men namelijk onder een wandelende zandplaat de stronk van een eik die met zijn wortels naar de hemel wees en omgeven was door een ovale formatie van 54 eikenstammen. Deze unieke vondst, wellicht overblijfselen van een tempel uit de vroege bronstijd is met de koolstofdateringsmethode geschat op een leeftijd van 4000 jaar - even oud als Stonehenge.

Gebruik van de eik op en rondom het erf
Boerenerven met eiken in het oosten van Nederland
Op en rondom het erf wordt de eik op verschillende manieren gebruikt. Naast de eigenschap als boom in de windsingels rondom het erf werd (en wordt) het hout gebruikt als stookhout, hout om mee te bouwen, de schors werd geoogst vanwege het looizuur en de eikels werden gebruikt als voedsel.

Rondom de weilanden werd het vee doormiddel van houtwallen binnen het weiland gehouden. Deze beplanting werd regelmatig gekapt. Enerzijds bleef de ‘natuurlijke afrastering’ hiermee ondoordringbaar en gesloten. Anderzijds werd het gekapte hout gebruikt als geriefhout of stookhout. In sommige gevallen bestonden deze houtwallen alleen uit eikenhakhout.

Al vanaf de middeleeuwen werd eikenhakhout geteeld. Dit hakhout werd om de 7 à 12 jaar in mei en juni, als de sapstroom het sterkst is, gekapt. De schors werd van de stammen losgeklopt en vervolgens afgeschild. Deze wijze van eekproductie hield in Nederland tot het begin van de twintigste eeuw stand. De gedroogde eikenbast (eek) werd vermalen op een eekmolen, ook wel schorsmolen of runmolen genoemd. Deze vermalen schors werd met water vermengd tussen de te looien huiden gestrooid.

Voordat graan zijn intrede deed in Europa werden de eikels als basis-ingrediënt gebruikt voor pap en brood. De bittere looizuren werden uit de eikels ‘gewassen’. Als varkensvoer hebben zij een langere periode dienst gedaan. Met de opkomst van de varkensteelt in Nederland zijn er veel eiken aangeplant. De eikels, gemengd met beukennoten, diende als voeding voor de varkens.

Eiken zijn eveneens gebruikt als natuurlijke bliksemafleider.

Eikenhout
Oude eik bepaald het beeld van de hoeve
Eikenhout wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. In het algemeen is eikenhout sterk en hard, maar toch redelijk makkelijk te bewerken en af te werken. Niet alleen meubels, maar ook deuren, parket, kozijnen en trappen en ook schepen en sluisdeuren werden traditioneel van eikenhout gemaakt. Onder water dient het echter wel beschermd en geconserveerd te worden (paalwerk en jachtbouw).

'Donker eiken' is veelal geen aparte houtsoort maar ontstaat door een behandeling (met ammonia). Ook verkleurt het tot blauw daar waar het in contact komt met ijzer, door het aanwezige looizuur.

Al het eiken wordt geleverd door het geslacht eik (Quercus), maar de naam wordt ook wel gebruikt voor houtsoorten die in enig opzicht aan eiken doen denken. Voorbeelden zijn essen en iepen, maar die missen de mooie 'spiegel' die zo karakteristiek is voor eiken. Spiegels zijn de mergstralen voor het radiale transport van voeding en vocht bij de levende eik uiteraard.

Van de andere kant is het niet zo dat al het hout dat afkomstig is van een eik daarmee ook eikenhout is. Een bekende uitzondering is de steeneik. Deze levert heel ander, zeer hard en zwaar hout dat azijnhout genoemd wordt.

Ecologische waarde van de Eik

De eekhoorn zorgt voor de natuurlijke verspreiding van de eikels
De Zomereik kent de meeste ecologische relaties van de bomen in Nederland, is veelvormig en groeit in verschillende biotopen en bereikt een enorm volume. De Eik is een veelzijdige boom en daarom wordt hij op verschillende manieren toegepast. Van oorsprong is de eik een bosboom die op minstens drie manieren de titel van ‘Koning van het bos’’ verdient.

Zo zijn veel dieren direct of indirect afhankelijk van de eik. Honderden soorten insecten bestaan als sapzuiger en bladeter van de eik. Een belangrijk deel van de insectenetende vogels bestaat indirect weer van de eik. In de herfst zijn de eikels stapelvoedsel voor ondermeer zwijn, eekhoorn, gaai en houtduif. En dan zijn er nog de vele soorten schimmels en paddenstoelen die om en op de eik leven.

Het zwijn gebruikt de eikels als voedsel
Het tweede aspect is zijn hoofdrol in de opbouw van de bossen. Het derde punt draait om de grote erfelijke variatie binnen de soort. Daardoor is er een grote diversiteit in de uiterlijke vormen en kan de boom in een grote variatie aan biotopen leven.

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van eigen ervaringen en verschillende bronnen zoals:
- www.wikiwand.nl
- www.bomeninfo.nl
- www.stemderbomen.nl
- www.wikipedia.nl

dinsdag 8 december 2015

Betekenis van de lindeboom op het boerenerf

In een aantal artikelen wil ik terugkomen over het gebruik van bomen nabij landelijk gelegen woningen door de eeuwen heen. In de beschrijving komen zaken aan de orde als gebruik, nut, ecologische en spirituele betekenis van de verschillende soorten.
In de loop van de jaren verandert de zienswijze op de betekenis van bomen. De laatste tijd komt de spirituele betekenis van bomen weer meer naar voren. Maar ook het functionele gebruik van beplantingen is gewijzigd.
Oudste Linde (Tilia europaea) van Nederland te Sambeek
In dit artikel wil ik de Lindeboom beschrijven. De linde (Tilia) herken je aan haar ruwe schors en stevige takken, maar vooral aan de hartvormige bladeren! Het woord linde betekent bindsel omdat van de bast touw en schoeisel werd gemaakt. Het woord betekent in het Duits ook 'zacht'. Door die eigenschap kan je er goed (heiligen)beeldjes uit snijden. Het hout werd aarom wel ‘Lignum Sacrum’ genoemd, oftewel heilig hout. De boom kan zeer oud worden. De oudste boom van Nederland is de 400-1000 jaar oude ‘linde van Sambeek’. In Duitsland en België kun je echter nog oudere en dikkere exemplaren aantreffen (bv. de Heeder Linde).
Leilinden als bescherming van het huis en de bewoners

De beschermende Linde
Ooit moeten er – ook in Nederland – uitgestrekte lindewouden zijn geweest. Deze zijn echter allen gekapt omdat de linde aangaf waar de meest vruchtbare grond was om akkerland van te maken! Sindsdien is de linde meer een gemeenschapsboom. Naast de eik was de linde de meest voorkomende gerechts- of vergaderboom. Hieronder kwam de gemeenschap bijeen om recht te spreken en te vergaderen om zo de vrede te bewaren. Dit werd ‘judicium sub tilia’ genoemd. Ons woord subtiel komt hier vandaan! Er werd zelfs beweerd dat er onder de linde geen leugens verteld konden worden.
De lindeboom werd vanwege haar beschermende functie vaak direct voor het huis, of op het midden van het erf geplant. Wanneer dit gebeurde aan de zuidzijde van het huis had dit tegelijkertijd een praktische reden.  Het bladerdek van de linde gaf zo schaduw tegen een al te felle zon. Vaak werden ze dan gesnoeid in de vorm van een leilinde. In steden waar de ruimte krap bemeten is, is een werkelijke boom vaak niet haalbaar. Daar wordt de linde- of levensboom gestileerd weergegeven in het bovenlicht boven de voordeur.
Levensboom in bovenlicht van voordeur
Een voorbeeld van de gewijzigde beeldvorming over bomen is de linde in Tilburg uit de late middeleeuwen. Eerst was het een boom waaronder recht werd gesproken, daarna een katholieke boom met een Mariabeeld. Na de Franse Revolutie organiseerden patriotten onder het bladerdak volksfeesten. Na de verjaging van de Fransen had je er Oranjefeesten. In 1994 kwam het tot drama's toen de boom werd geruimd voor een ondergrondse fietsenstalling. Het in de gemeenteraad ingebrachte argument dat de boom ziek zou zijn, bleek tijdens het kappen ongeldig. In de holle stam had zich een herstelwortel ontwikkeld. Overigens is de naam Tilburg afgeleid van de Latijnse naam voor linde, Tilia.

Elke linde heeft in principe het eeuwige leven. Klonen van de Tilburgse linde hebben zich inmiddels verspreid over Brabant.

Linde (Tilia) is een geslacht van bomen uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De soorten van dit geslacht komen voor op het noordelijk halfrond in Europa, Noord-Amerika en Azië. Er worden ongeveer 25 ondersoorten binnen dit geslacht onderscheiden.
In de Benelux komen hoofdzakelijk de volgende soorten en soorthybriden voor:
·        Amerikaanse linde (Tilia americana)
·        Kleinbladige linde of winterlinde (Tilia cordata)
·        Hollandse linde (Tilia ×europaea)
·        Grootbladige linde of zomerlinde (Tilia platyphyllos)
·        Zilverlinde (Tilia tomentosa)
·        Krimlinde (Tilia ×europaea 'Euchlora' )
De Hollandse linde is een soortkruising tussen de winter- of kleinbladige linde en de zomer- of grootbladige linde.
De diverse soorten kennen daarnaast diverse cultuurvariëteiten. Zo is de 'Zwarte linde' een cultivar van de Hollandse linde, evenals de 'Koningslinde' en de krimlinde.
De winter- of kleinbladige linde en de zomer- of grootbladige linde komen van nature in de Benelux voor. Ze behoren tot de grootste loofbomen (20 tot 30m) en hebben hun biotoop met name in beekdalen.
De linde kan veel last hebben van de lindebladluis (Eucallipterus tiliae). De zilverlinde heeft hier echter weinig last van. De lindebladluis scheidt honingdauw, een suikerhoudend vocht, af, waarop weer schimmels zoals roetdauw groeien. De honingdauw verzorgt de overlast.
Freya, godin van de liefde en de wellust

Spiritualiteit
Eigenlijk wordt het goddelijke in bomen waargenomen sinds er mensen bestaan. Bomen zijn in de grond geworteld en reiken met hun kruin tot in de lucht, ze staan voor contact tussen hemel en aarde, tussen mens en het hogere. Bomen kunnen eeuwenoud worden en de onsterfelijkheid gaan symboliseren. En er is de levenscyclus die in het blad zichtbaar is, dood in de winter, nieuw leven in de lente. Wedergeboorte, dat is ook een religieus element.
De lindeboom werd bij de Kelten en de Germanen gezien als heilige boom. De godin Freya zou er zich in vestigen. De geest van de linde gold als beschermer voor huizen, bronnen en kerken. Ook later werd de lindeboom als 'goede boom' beschouwd. Huwelijken werden gesloten onder de linde; de duimen van de geliefden werden dan in de bast gedrukt. Een lindetak zou tevens helpen als middel tegen tandpijn bij kinderen en het werd, in amuletvorm, gebruikt als bescherming tegen heksen en geesten.
Er bestaat een vele verhalen en legendes over een lindebomen.

Gebruik
De linde wordt veel gebruikt als leiboom, dan wordt ze wel leilinde genoemd. Takken worden hierbij horizontaal gebogen en aan een frame vastgemaakt. In volgende jaren worden de scheuten op de stam en scheuten die de verkeerde kant op groeien gesnoeid. Op die manier ontstaat een dicht bladerscherm dat met name in de zomer verkoeling in huis biedt. Ook knotlindes voor het beschaduwen van vee, markten of terrassen komen voor.
Koningslinde
Lindes worden veelvuldig aangeplant als herdenkingsboom. Zo heeft Staatsbosbeheer de Nederlandse gemeenten een 'koningslinde' aangeboden ter gelegenheid van de geboorte van prinses Amalia. In 260 van de 403 gemeenten van Nederland is deze op de Nationale Boomfeestdag geplant.
Voordat de raffinage van suiker haar intrede deed, was de linde een belangrijke boom omdat de lindebloei veel honing produceert.
Van de bloemen van de linde kan kruidenthee gemaakt worden, ook wel tilleul genaamd, de Franse naam voor linde (afgeleid van de geslachtsnaam 'Tilia').
Lindehout is een houtsoort die zich zeer goed leent voor houtsnijwerk, draaiwerk en beeldhouwwerk, omdat het vrij zacht is, een fijne nerf heeft en gelijkmatig is opgebouwd. Het kernhout is rozewit tot geelwit en het spinthout wit tot lichtbruin. Een kubieke meter vers hout weegt bijna 1000 kg. In het verleden werden er onder andere klompen uit vervaardigd.

Ecologische waarde
Lindebloesem
In juni bloeit de linde rijkelijk en wordt ze door bijen en hommels bestoven. Door voedselconcurrentie kunnen onder laatbloeiende lindebomen veel dode hommels liggen, vooral onder alleenstaande bomen. Doordat er meer energie bij het rondvliegen verbruikt wordt dan er in de vorm van nectar verzameld kan worden, verhongeren de hommels.

Voor het maken van dit artikel heb ik onder andere gebruik gemaakt van de volgende websites:
www.stemderbomen.nl
www.abedeverteller.nl

woensdag 18 november 2015

Kinderboerderij en moestuin in Hoge Vucht Park te Breda

Hoge Vucht Park, Breda
In 2000 is me gevraagd of ik, in samenwerking met de gemeente Breda, het bestaand stadspark, het Hoge Vucht Park, wilde aanpassen aan de eisen van die tijd. Het ging om een park dat begin jaren zestig is ontworpen en aangelegd en tussendoor is aangepast om het beheer te versoberen. Het park had een verwaarloosde uitstraling en als gevolg hiervan was het er niet veilig. Er was geen sociale controle.

Op basis van de wensen van de gemeente en de bewoners van de omliggende woonwijk is een kinderboerderij en een moestuin in het plan ingepast. De kinderboerderij en de moestuin zijn centraal in het park geplaatst. Daaromheen zijn graslanden gemaakt voor koeien. Deze weilanden zijn vrij toegankelijk voor de bezoekers aan het park. Door de weilanden om de kinderboerderij heen te leggen lijkt het net of het grootste deel van het park kinderboerderij is.
De kinderboerderij wordt gerund door de Stichting Kinderboerderij Parkhoeve Breda Noord. De moestuin valt ook onder hun verantwoordelijkheid. Zij hebben echter afspraken gemaakt met Stichting Amarant die de werkzaamheden met haar cliënten verricht in de moestuin.

Hoofdgebouw met stal
Kinderboerderij
De kinderboerderij heeft een heldere structuur waarbij een hoofdgebouw prominent aanwezig is. In dit gebouw is de horeca gesitueerd en zijn de leslokalen aanwezig. Het terras is aan de zuidzijde van het hoofdgebouw aangelegd. Vanaf hier heb je een goed overzicht over het drukste deel van de kinderboerderij. Los daarvan is een grotere stal en enkele kleinere dierenverblijven aanwezig. Achter de grote stal is een vlindertuin gemaakt en liggen de weides binnen het hekwerk van de kinderboerderij. Buiten de kinderboerderij is de koeienwei aangelegd.

De kinderboerderij draait voornamelijk op vrijwilligers (circa 50 vrijwilligers) en is een belangrijk ontmoetingspunt in de wijk geworden. Onderdeel van de kinderboerderij is een theehuis met terras. In deze ruimte worden allerlei activiteiten voor de buurt georganiseerd. Het gaat hierbij om activiteiten voor zowel kinderen als volwassenen. Naast deze recreatieve activiteiten worden ook educatieve zaken georganiseerd waar zowel scholen als andere belangstellenden gebruik van maken. De kinderboerderij is hiermee niet alleen een hart van het Hoge Vucht Park maar ook een hart voor de wijk Hoge Vucht in Breda-Noord.

Moestuin
De moestuin heeft een strakke opzet met een duidelijke padenstructuur. Een gebouwtje staat centraal in de ruimte. Daaromheen liggen de groenten en kruidenbedden. Achter op het terrein is een boomgaard aangeplant. Deze boomgaard is in gebruik als dierenwei waardoor het gras afgegraasd wordt. In de dierenwei, afgeschermd van de bezoekers, is een aantal bijenkorven geplaatst. Het geheel straalt een landelijke rust uit.

Heldere structuur van de moestuin

De cliënten die bij de Stichting Amarant zijn, werken in de moestuin en helpen bij het verzorgen van de dieren op de kinderboerderij. Zij onderhouden de moestuin door te schoffelen, te harken, plantjes te verspenen, te oogsten, producten te verkopen en kruiden te verwerken. Zij vinden het niet erg om vuile handen te krijgen en bij weer en wind buiten te zijn. Alle groenten en kruiden die van de moestuin afkomen worden verkocht aan wandelaars en fietsers, bezoekers aan de kinderboerderij en aan mensen uit de wijk. Iedereen is welkom bij het eigen verkoopkraampje.
Boomgaard met dierenwei
Er wordt samengewerkt met vrijwilligers uit de buurt en kinderen van een school uit de wijk. De cliënten die meehelpen op de kinderboerderij dragen zorg voor het schoonhouden van de dierenweides. Verder worden, samen met de vaste dierenverzorgers, alle stallen één keer per week schoongemaakt en wordt er dagelijks voor het eten en drinken van de dieren gezorgd.

Hoge Vucht Park
De kinderboerderij en de moestuin liggen, zoals gezegd, centraal in het park langs het relatief drukke fietspad van Breda naar Teteringen. Langs de grote vijverpartijen, op de overgang naar de woonwijk, is een promenade bedacht. Dit is de wandel en ontmoetingspromenade in het park; Hier zijn de banken, verlichting en speeltoestellen aanwezig en is het waterterras aan gekoppeld.

Limousins in de koeienwei
Het grootste deel van het park is ingericht als ecologische kruidenrijke weide voor koeien. Doorheen deze weide is een slingerend wandelpad aangelegd. Bezoekers aan het park kunnen hier tussen de koeien wandelen. Vanwege dit contact met de koeien en vanwege het klimaat in Nederland is gezocht naar een ras dat met deze omstandigheden kan omgaan. Uiteindelijk zijn we uitgekomen op Limousins. Dit is een uiterst rustig ras wat niet agressief is en niet angstig ten op zichte van honden. Daarnaast kunnen deze runderen uitermate goed tegen de koude weersomstandigheden in de winter.

Tot slot
Door de herinrichting van het park en de betrokkenheid van de wijkbewoners is het Hoge Vucht Park in de harten van de mensen gesloten. De sociale controle in het park is hierdoor 100% verbeterd. Mede hierdoor is, door het tijdschrift Roots, in het jaar 2012, het Hoge Vucht Park uitgeroepen als beste park van Breda.




Picknickplek in de koeienwei
 www.plancompagnons.nl


woensdag 14 oktober 2015

Het moderne landgoed; Landgoed Bergsche Heide

Zicht op het gebied vanaf de Schansbaan
Als landschapsarchitect ben ik betrokken bij de ontwikkeling van een nieuw landgoed; Landgoed Bergsche Heide nabij Bergen op Zoom. Omdat het een bijzonder project betreft wordt op een innovatieve manier het landschap aangepast. Voorgesteld is om het landelijk gebied nabij Bergen op Zoom te transformeren. Hierbij zijn zowel de huidige bewoners, boeren en buitenlui, als de toekomstige gebruikers betrokken.

Landschappen van Allure
Holding Bergsche Heide BV heeft als doelstelling het gebied ten noordoosten van de stad Bergen op Zoom te revitaliseren. Het initiatief van de Provincie Brabant om ‘landschappen van Allure’ te ontwikkelen heeft gezorgd voor een extra stimulans voor dit project. Bij grootschalige initiatieven vanuit organisaties (particulieren of overheid) legt de provincie de helft van de investeringen bij. De investering dient minimaal 100 miljoen te bedragen en de plannen dienen te passen bij het beleid van de provincie.

Landschapspark Bergsche Heide

Ligging van het landschapspark met landgoed
Ten noordoosten van Bergen op Zoom, in de oksel van de snelwegen A58 en A4, ligt een deel van de Brabantse Wal, met bossen, een beek en landbouwgronden. Dit gebied wordt Landschapspark Bergsche Heide genoemd en is circa 460ha groot. Het gebied is economisch niet rendabel maar landschappelijk waardevol. De waarden zitten hem in de ruimtelijke overgang van bosgebied naar kleinschalig landbouw gebied. Hierin liggen de ecologische waarden. Om het gebied te ontwikkelen zijn economische dragers nodig. 
Masterplan Landschapspark Bergsche Heide
Hiervoor wordt de recreatie verbeterd en zijn er ver gevorderde plannen voor de aanleg van een volwaardige golfbaan. Daarnaast zal een aansluiting op de snelweg een poort naar het gebied vormen waarbij een hotel en Retail voorzieningen in beeld komen. Het landbouwgebied, dat tussen het bosgebied en de golfbaan in is geklemd, wordt omgevormd tot een modern landgoed.

Het Moderne landgoed

Volgens de overheid is een nieuw landgoed “een nieuw te ontwikkelen en duurzaam te beheren boscomplex (al dan niet met overige gronden) met daarin één gebouw (woonhuis) van allure met daarin maximaal 2 à 3 wooneenheden. Het gebouw heeft primair een woonfunctie. De minimale omvang van de bebossing is vijf hectare. Maximaal 10% van het totale oppervlakte is privé-terrein en de rest is openbaar toegankelijk. Het geheel heeft een belangrijke maatschappelijke meerwaarde."
In de praktijk blijkt dit een weinig duurzaam in stand te houden geheel te zijn. Vaak wordt een nieuw landgoed door idealisten of mensen met een groot ego opgezet. Wanneer na verloop van tijd de ambitie is vervlogen zijn er moeilijk opvolgers voor het ontwikkelde terrein te vinden.
Bestaande routes in het gebied worden gebruikt voor de nieuwe ontwikkelingen

Voor de Bergsche Heide is daarom aan een nieuw concept gedacht; het moderne landgoed. Dit landgoed is gestoeld op de oorspronkelijke gedachte van een landgoed. Hierbij vormt de architectuur nog steeds een eenheid met het landschap. Op het landgoed komt een hoofdgebouw met een woonfunctie. In de situatie van de Bergsche Heide wordt gedacht aan een senioren complex waar ouderen individueel samenwonen. Daarnaast worden nieuwe woningen gebouwd. De gebouwen worden geclusterd waardoor kleine groepen van woningen (bestaande en nieuwe gebouwen) verspreid in het landschap voorkomen. Vanaf de wegen is er zicht op het open landschap en de bossen. Voor de te ontwikkelen percelen is een  nieuw begrip bedacht; verzamelerf.

Verzamelerven
Een verzamelerf is afgeleid van het begrip knooperf. Een knooperf is een boerenerf waarvan de oorspronkelijke bebouwing van woning en stallen wordt omgevormd tot verschillende woningen. Iedere woning heeft een privé-tuin. Het erf  met de omgeving wordt gezamenlijk beheerd en is openbaar toegankelijk. Het beheer geschiedt in de vorm van een coöperatie of vereniging van eigenaren.
Verzamelerven geclusterd toegevoegd aan het bestaande landschap
Bij een verzamelerf is er geen sprake van een bestaande bebouwde situatie maar worden nieuwe gebouwen geplaatst. Voor de Bergsche Heide is bedacht dat op een perceel van circa 1,5ha maximaal drie woningen en een bedrijfsgebouw gebouwd mogen worden. Ieder verzamelerf is een eigen ruimtelijke en economische eenheid binnen de eenheid van het landgoed. Bij het gebruik van de gebouwen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan drie gezinnen die een gezamenlijk doel hebben of aan zorg gerelateerde bewoning.

Natuur, recreatie en agrarisch gebruik
Een landgoed is van oorsprong een economische eenheid waarbij land- en bosbouw een belangrijke rol speelden. Het moderne landgoed is nog steeds een economische eenheid maar natuur en recreatie zijn aspecten die hierin eveneens een belangrijke rol in vervullen.
Nieuwe laan naar cluster van verzamelerven
Natuur wordt benadrukt langs de Kraggeloop. De Kraggeloop is aangeduid als een ecologische verbindingszone en zal als zodanig worden ingericht. Langs de paden en sloten op het landgoed zijn brede zones voorgesteld die extensief als hooiland worden beheerd en een vorm van natuurontwikkeling vormen.
Voor de recreatie zullen fiets-, voet- en ruiterpaden door het gebied worden aangelegd met op karakteristieke plekken zitgelegenheid. In het gebied komt een landwinkel waar de verschillende bedrijven en particulieren hun producten gezamenlijk te koop aanbieden. Hier is tevens een kleinschalige horecagelegenheid voor de recreanten om een kop koffie te drinken of iets eenvoudig te eten.
Wandel- en fietspaden langs bestaande sloten
Voor professionele tuinbouw is het gebied te klein gebleken. Gedacht wordt om het overblijvend agrarische deel van het landgoed voor de veeteelt in te zetten. De ecologische verbindingszone wordt extensief begraasd waarbij maximaal twee runderen per hectare worden ingezet. De overige gebieden worden gebruikt voor biologisch verantwoorde veeteelt. Deels grazen er koeien en deels worden veevoedergewassen geteeld.

Exploitatie en beheer
Voor het gehele landgoed, dat circa 70 ha groot is, wordt een coöperatie opgericht. Vooraf worden de doelstellingen van coöperatie  Landgoed Bergsche Heide vastgesteld. Alle eigenaren en bewoners/bedrijven/verzamelerven in het landgoed zijn lid van de coöperatie. De coöperatie is verantwoordelijk voor de exploitatie en het beheer van het landgoed.


woensdag 16 september 2015

Kinderboerderij in Stadspark Huizen

Impressie erf kinderboerderij
In het Stadspark van de gemeente Huizen is een kinderboerderij aanwezig. De gemeente heeft me gevraagd een plan te maken voor een nieuwe aanpak van deze bijzondere boerderij.


De bestaande kinderboerderij functioneert niet naar behoren. De functie van de kinderboerderij is om kinderen in contact te brengen met dieren. Daarom dient ze uitnodigend voor kinderen en hun begeleiders te zijn. Hierin is verbetering aan te brengen door de kinderboerderij een frisse en overzichtelijke uitstraling te geven. De bebouwing zal op elkaar afgestemd worden en opstallen worden geminimaliseerd en gecombineerd. De ontsluiting van de verschillende weiden zal via een padenstelsel op de kinderboerderij gebeuren. Onnodige hekwerken worden verwijderd waardoor een meer ruimtelijk beeld ontstaat.
Voorlopig ontwerp kinderboerderij De Warande, Huizen

Bebouwing
In de overweging speelt nog dat men twijfelt of er nieuwbouw gepleegd moet worden of dat de bestaande bebouwing opgeknapt zal worden. In het eerste geval is het niet moeilijk om alle gebouwtjes op elkaar af te stemmen qua uiterlijk. Indien de bestaande gebouwtjes opgeknapt worden kan het helpen om alle houten gepotdekselde delen zwart te maken zodat er een eenheid ontstaat. Daarnaast vallen de zwarte gebouwen niet zo op in hun omgeving.

Zicht vanuit het park op de kinderboerderij met dierenweiden
Door het verminderen van het aantal dieren en kleinere rassen voor te stellen, zoals mini schapen, Kunekune biggen, shetlandpony’s en mini runderen, zullen groene grasvelden ontstaan. De openingstijden worden verruimd en er is een horecaruimte voorgesteld waar kleine versnaperingen zoals koffie, thee limonade en ijsjes gekocht en genuttigd kunnen worden. 

De horeca zal meer bezoekers trekken en mede daardoor de kinderboerderij aantrekkelijker maken. Tevens zal het bijdragen aan de financiële haalbaarheid van het geheel.
Naast het fysieke contact met de dieren is er een educatieve ruimte voorgesteld waar meer aandacht zal zijn voor natuureducatie.

Rustige deel van de kinderboerderij
In het zuidelijk deel van de kinderboerderij is deel gereserveerd voor dieren die rust of quarantaine nodig hebben. Omdat het hier rustiger is wordt een bijenschans geplaatst (meerdere bijenkorven bijeen) die goed zichtbaar is maar op veilige afstand voor passanten.

Terras bij de vijver met watervogels
Omdat de kinderboerderij aan de rand van het ecologische deel van het park ligt met grote waterpartijen is de kans aanwezig dat er zich ooievaars gaan vestigen. Een ooievaarsnest zal in dit rustige gedeelte van de kinderboerderij worden geplaatst. De komst van een ooievaarskoppel draagt zeker bij aan de beleving door de gebruikers.



maandag 17 augustus 2015

Drie bijzondere groenprojecten op de Azoren

Verschillende beken stromen door het dal van de krater van Furnas

De archipel van de Azoren ligt in de warme golfstroom van de Atlantische oceaan. Dit heeft zijn invloed op de rijkdom van de planten die er voorkomen. Door het vochtige weer en het gematigde klimaat gedijen veel plantensoorten hier.
De eilanden groep is halverwege de 15e eeuw (her)ontdekt door Portugese en Vlaamse zeelieden. Nadat de handel en landbouw tot ontwikkeling kwamen en er een bestuur is ontwikkeld werden er dorpen en steden gebouwd. Hiermee gepaard gaande werden parken en landgoederen gerealiseerd. In die periode zijn planten uit andere windstreken ingevoerd en aangeplant. Enerzijds gebeurde dit vanwege economische belangen. Hierbij kan gedacht worden aan het invoeren van landbouwgewassen zoals onder andere thee, bananen zoete aardappel en ananas. Eveneens werden bomen voor de bosbouw geïntroduceerd zoals de Japanse ceder (Cryptomeria japonica). Anderzijds werden bijzondere soorten geïntroduceerd om de welvaart van de tuineigenaar te tonen en hiermee te pronken. Sommige soorten, zoals de gemberplant, woekeren zodanig dat ze de inheemse vegetatie bedreigen.
In dit artikel wil ik drie groenprojecten beschrijven op de Azoren. Het gaat om een historisch landgoed op São Miguel, een finca op Terceira en de botanische tuin van Horta op het eiland Faial.

Buitenplaats Terra Nostra, Furnas (São Miguel)
Landhuis op buitenplaats Terra Nostra met natuurzwemvijver.

Omstreeks 1775 bouwt de Amerikaan Thomas Hickling, rijke koopman uit Boston en honorair consul namens Amerika, een houten vakantiewoning in het dal van Furnas. Hiermee legt hij de basis van de buitenplaats Terra Nostra. Het dal van Furnas wordt gevormd door een krater met een diameter van 7 kilometer. Ogenschijnlijk is de vulkaan gedoofd maar de talrijke geisers en warmwaterbronnen bewijzen het tegendeel. Furnas heeft honderden kleine bronnen en beken, allemaal met verschillende eigenschappen en waterkwaliteiten. Buitenplaats Terra Nostra is gelegen in het midden van dit prachtige watersysteem.
Aan de voorzijde van het eenvoudige huis, dat Yankee Hall werd genoemd, was er een zwembad met middenin een eiland. Het natuurlijke zwembad werd , en wordt nog steeds, gevuld met warm bronwater uit een van de beken. Het geheel was omgeven door bomen die voornamelijk uit Noord Amerika kwamen. Een eik die door Hickling werd aangeplant is nog steeds aanwezig.

Laan met palmen door de buitenplaats.
Verschillende nieuwe soorten werden vanuit Noord-Amerika, Australië, Nieuw Zeeland, China en Zuid-Afrika geïmporteerd. Sommige van deze soorten domineren bepaalde delen van het park.
Omstreeks 1848 werd het geheel eigendom van Graaf da Praia die het houten huis heeft vervangen. De gravin, die een verwoed tuinierster was, heeft samen met haar man de twee hectare grote tuin vergroot met waterpartijen, bloemen parterres en beplantingen. Hun zoon, de markies da Praia e Montfort, heeft een standbeeld ter ere van zijn ouders in de tuin geplaatst. Hij heeft de Britse tuinman Milton naar Furnas gehaald. Samen hebben zij de waterpartijen verder uitgebreid, onder andere in de vorm van serpentinekanalen, Grotto’s aangelegd en een laan met Australische Koningspalmen (Arconthophoenix cunninganmiana) in de richting van het standbeeld van zijn ouders gerealiseerd. Rondom het standbeeld zijn acht Canarische dadelpalmen geplant (Phoenix canariensis).

De 2
e helft van de 19e eeuw markeren het hoogtepunt van de tuinkunst op de Azoren. Tussen de uitstekende tuinbazen van die periode steken Antonio Borges, José do Canto en José Jácome Correia er bovenuit. Zij strijden onderling om de mooiste parken te realiseren met de meest zeldzame plantencollecties. Na de roemtijd van deze vakmensen werden er twee Britse tuinbazen gecontracteerd, P. Wallace , en in 1845, George Brown, die waren voorgesteld door een toen al welbekende kwekerij van Withly en Osborne uit Fulham, Londen. De laatste ondernam allerlei initiatieven zoals het ontwerp en realisatie van het Murtas Park, nabij Hotel Terra Nostra.
Verschillende kanaaltjes door het park.
In de periode tot 1935 werd het park verwaarloosd totdat het Hotel Terra Nostra naast het park werd gebouwd. Vanaf die periode  werd de Schotse tuinbaas John McInroy ingehuurd voor de supervisie op de restauratie van het gehele park. Het terrein is uitgebreid tot zijn huidige omvang van 12,5 hectare.
In deze periode nam de bekendheid van Terra Nostra als Spa-resort toe. De Tweede Wereldoorlog maakte hier abrupt een eind aan. Ondanks de terugval behield het hotel zijn oorspronkelijke elegantie en de tuin werd zorgvuldig onderhouden. De Azoren waren destijds onbekend terrein en werden slechts bezocht door avonturiers of welingelichte reizigers.

Vanaf 1989, met de uitbreiding van het hotel, werd het park opnieuw gerenoveerd. Hiervoor zijn de tuinbouwkundige David Sayers en de bomenman Richard Green verantwoordelijk. In 1993 is het plan volledig gerenoveerd, waarbij meer dan 3000 verschillende bomen, struiken en vaste planten zijn aangeplant.

Van deze gevarieerde beplanting is het zeer zeker genieten in deze bijzondere setting van een historisch landgoedpark in de waterrijke krater van een vulkaan op de São Miguel. De weelderige beplanting en de verschillende bronnen, beken en geisers maken het tot een typische Azoriaanse buitenplaats.

Quinta da Nasce-Água, Angra do Herroísmo (Terceira)
Park gaat op een natuurlijke manier over in het landschap.
Een project van geheel andere orde is de Quinta da Nasce-ÁguaHet prachtige Quinta da Nasce-Água heeft een schitterende, landelijke locatie met uitzicht op de historische stad Angra do Heroísmo. Deze stad ligt op slechts 3 km afstand. De boerderij van het geboren water, zoals de naam luidt in het Nederlands, duidt op de bronnen die de tuinvijvers vullen. De boerderij is van een herenboer geweest en heeft een prachtige bestemming als hotel gekregen. 
Het door de oorspronkelijke eigenaar aangelegde park doet perfect dienst als ruimte om te recreëren voor de huidige hotelgasten. De combinatie van historisch landhuis en park is op deze manier intact gebleven en krijgt een functie waar meerdere gebruikers van kunnen genieten.


Exotische beplanting in de tuin van de quinta.
In het park wisselen gazons en solitaire bomen en boomgroepen elkaar af met slingerende paden, planten

Tuinmuren en verharding van natuursteen van het eiland.
borders en vijvers. Ook hier valt op dat de beplanting bestaat uit inheemse en exotische beplanting van over de gehele wereld. De verhardingen en bouwkundige elementen worden gezocht en gevonden op het eiland zelf. Natuursteen en lavagrind vormen de hoofdmaterialen voor de paden. Tuinmuren worden gemaakt van gehakte natuursteen van het eiland.
De relatie met de omgeving is hier op een mooie manier gebruikt. Het is onduidelijk voor de bezoeker, die kijkt vanaf het hoofdgebouw, waar het park eindigt en de omgeving begint. Dit is een geijkt middel om de tuin groter te laten lijken en onderdeel uit te laten maken van de omgeving.
Jardim Botánico, Horta (Faial)

Deze fraaie botanische tuin van circa 8.000m2, gelegen in het buurtschap Flamengos nabij Horta, geeft een overzicht van de vegetatie op de Azoren. De naam van het buurtschap verwijst naar de Vlamingen die als één van de eerste bewoners in grote getallen hier zijn komen wonen halverwege de 15e eeuw.
Onderdeel van de tuin met inheemse planten.
In totaal bestaat de tuin uit zeven onderdelen. Zo zijn er tuinen met medicinale en aromatische planten en kruiden, een deel met sierplanten die vooral in lokale eilandtuinen voorkomen en een tuin met een kleine collectie orchideeën. De meest aantrekkelijke tuin is de tuin met de inheemse planten die op de eilanden van de archipel voorkomen. Deze is bovendien het grootste onderdeel van de tuin. Deze collectie wordt getoond in een siertuin met meanderende paden, vijvers en diverse bosschages.
De naam Jardim Botanico Horta (Faial) doet vermoeden dat het de botanische tuin van het eiland Faial is. Toch heeft het vooral tot doel de flora van de gehele archipel te onderzoeken, te behouden en waar mogelijk ook projecten te initiëren de oorspronkelijke, inheemse vegetatie weer te herstellen. Aan de opzet van de tuin is te zien dat deze op een wetenschappelijke leest is geschoeid. Rondom het  oude landhuis - Quinta São Lourenço - zijn er zowel systematische als meer landschappelijke tuinen aangelegd. Het landhuis doet dienst als kantoor. Achter het hoofdgebouw is, ter gelegenheid van het twintig jarig jubileum, een nieuw bezoekerscentrum geopend. Hier is de mogelijkheid de tentoonstelling of een film te bekijken. Wanneer het regent, wat het nog wel eens wil doen, biedt het een welkom onderdak.
Uitbreiding van de botanische tuin .

De botanische tuin heeft een uitbreiding op een andere plek van het eiland, in het gehucht Pedro Miguel. De uitbreiding is gelegen op een hoogte van 400m en is circa zes hectare groot. De ontwikkeling ondergaat een herstel van de oorspronkelijke flora en fauna van het vochtige tot zeer vochtige laurierbos (Laurissilva). Naast de belangrijke wetenschappelijke rol die dit project behelst heeft het gebied een hoge landschappelijke waarde.

Literatuur over parken en tuinen op de Azoren
Voor tuinliefhebbers verscheen er de handige gids: Jardins & Parques dos Açores - Azores Parks and  Gardens, van Isabel Soares de Albergaria. Hierin zijn alle belangrijke tuinen op eilanden van de archipel beschreven. In totaal staan circa 65 tuinen en parken geschetst. Het boek verscheen als compleet Portugees-Engelse talige editie. Het boek is wetenschappelijk van beschrijving en interpretatie. De taal is echter zo toegankelijk dat het juist datgene heeft wat een breed toegankelijk gids moet hebben. Een absolute  must-have voor de tuinliefhebber die de Azoren wil bezoeken.